Je bent hier: Home > Leren Traden > 15. Technische indicatoren
Door Steven Anthonis - @stevenanthonis
Haast dagelijks worden er nog nieuwe indicatoren ontwikkeld. We zouden hier dus makkelijk tientallen indicatoren kunnen bespreken, maar dat zou nutteloos zijn. In de praktijk ben je daar namelijk niets mee. Ik ben zelf een aanhanger van het KISS principe: keep it simple and stupid. Kies daarom een beperkt aantal indicatoren die je goed kent en gebruik deze dan ook steeds.
Hoe meer indicatoren dat je gebruikt, hoe moeilijker dat je analyse zal worden. Je zal het waarschijnlijk moeilijker hebben om naar de grafieken te luisteren. Bijkomend nadeel is dat er altijd wel ergens een indicator te vinden is die je oorspronkelijke visie / bias kan ondersteunen. Door te switchen van indicatoren zou het dus kunnen dat u zich langer aan een verkeerde visie gaat vastklampen. Let daarvoor op!
In dit luikje zullen we mijn favoriete indicatoren bespreken. In principe krijg ik meer dan voldoende informatie vanuit de glijdende gemiddeldes, de RSI en de MACD.
Concepten zoals positieve en negatieve divergenties komen bij vele indicatoren terug. Als je de werking van indicatoren zoals de RSI en MACD begrijpt, dan zal je op eigen houtje andere indicatoren kunnen ontdekken. Trap echter niet in de val van te blijven zoeken naar de ultieme indicator. Er bestaat geen enkele indicator waarmee je altijd de koersen juist kan voorspellen. Om je analyses niet nodeloos complex te maken bouw je best een beperking in. Ik beperk me liefst tot maximaal 3 indicatoren.
Een allereerste indicator die bedoeld is om trends te herkennen is het glijdend gemiddelde. Glijdende gemiddeldes worden soms ook nog voortschrijdend, vlottend of mobiel gemiddelde genoemd. De Engelse benaming van deze indicator is "moving average" (MA).
Zoals de naam reeds laat vermoeden, bestaat het glijdend gemiddelde uit een gemiddelde van de koersen, gemeten over een bepaalde periode. Het 9, 20, 50, 100 en 200 daags glijdend gemiddelde zijn veelgebruikte indicatoren, afhankelijk van de tijdshorizon van de trader of belegger.
Door het gemiddelde worden de koersfluctuaties afgevlakt en aldus krijgt de technisch analist een beter inzicht in de onderliggende trend. Glijdende gemiddeldes zijn enorm populair onder de chartwatchers, mede doordat deze simpele aanpak zeer accurate koop- en verkoopsignalen kan geven.
De glijdende gemiddelden worden onderverdeeld in meerdere groepen zoals bijvoorbeeld het gewone glijdende gemiddelde en het exponentieel glijdende gemiddelde. Op de onderstaande grafiek is het gewone 50 daags gemiddelde de rode lijn, terwijl het exponentieel 50 daags gemiddelde de blauwe lijn is.
Het gewone glijdend gemiddelde wordt berekend door de som van de n laatste slotkoersen te nemen, en deze som vervolgens te delen door n. Voor het 50 daags gemiddelde neemt men dus de som van de 50 laatste slotkoersen, waarna deze som door 50 gedeeld wordt. Telkens wanneer dit gemiddelde berekend wordt, valt er één cijfer van de reeks weg, met name de slotkoers van 51 dagen geleden.
Sommige mensen vinden het niet goed dat elke koers een even grote weging krijgt in de berekening van het gewone glijdende gemiddelde. Bij het exponentieel gemiddelde wordt meer rekening gehouden met de recentste slotkoers. De oudste koers krijgt aldus het laagste gewicht omdat deze slotkoers als minst relevant wordt beschouwd bij de berekening van het gemiddelde.
Voor de berekening van het 50 daags exponentieel glijdend gemiddelde maakt men gebruik van een afvlakkingsconstante C die gelijk is aan 2 gedeeld door 50 + 1 (algemene formule = 2 gedeeld door 1 + n). Deze constante wordt vermenigvuldigd met de slotkoers van de 50e dag, het resterende gewicht (= 1 - C) wordt vermenigvuldigd met het exponentieel gemiddelde van de dag voordien. De verkregen getallen worden vervolgens opgeteld en aldus verkrijgt men het exponentieel gemiddelde van de 50e dag.
Dit alles impliceert dat het exponentieel glijdend gemiddelde sneller zal reageren op een trendwijziging: bij een ommekeer van een dalende naar een stijgende trend zal dit gemiddele sneller een stijgende trend vertonen dan het gewone glijdend gemiddelde. Dit laatste zal pas even later deze trendommekeer laten zien. In het midden de bovenstaande grafiek is duidelijk te zien dat de blauwe lijn sneller opwaarts ombuigt.
Zoals eerder aangegeven zijn verschillende periodes populair. Hoe langer de periode van het gemiddelde, des te accurater de weergave van de lange termijn trend van de onderliggende waarde. Daarom zal vooral de 200 MA door de lange termijn belegger bekeken worden. Eigenlijk zoek je best een gemiddelde dat bij jou past.Zo gebruik ik bijvoorbeeld vaak de 21 en 34 EMA.
Speculanten of swing traders die willen inspelen op de korte termijn fluctuaties van een aandeel, maken gebruik van glijdende gemiddelden met een kortere periode.Het 9 daags glijdend gemiddelde wordt hier bijvoorbeeld vaak gebruikt.
In het algemeen passen sommige beleggers de volgende regel toe om de optimale lengte van het glijdend gemiddelde te bepalen: het aantal dagen van de beleggingshorizon wordt door drie gedeeld. Zo zal een trader die een positie wil innemen voor 15 dagen, gebruik maken van het 5 daags glijdend gemiddelde.
Aangezien glijdende gemiddelden voor een afgevlakte curve van de koersfluctuaties zorgen, moet de belegger allereerst kijken naar de richting van deze gemiddelden. De meest simpele methode bestaat erin om een long positie in te nemen wanneer een bepaald gemiddelde opwaarts gericht is. Bij een dalend gemiddelde kijkt men eventueel naar short posities en speculeert men dus op een daling.
In het bijzonder moet er rekening gehouden worden met de trend van de onderliggende waarde. De grafiek moet een duidelijke opwaartse of neerwaartse trend tonen, aangezien de verschillende signalen van de gemiddelden dan correct tot uiting komen. Wanneer we een zijwaartse trend zien, mag er niet vertrouwd worden op de signalen van de glijdende gemiddelden, maar moet er gebruik gemaakt worden van bijvoorbeeld een momentum indicator zoals de Stochastics.
In een stijgende trend blijft de koers boven het gemiddelde, in een dalende trend zorgt het gemiddelde voor weerstand. Een kortstondige prik door het gemiddelde kan wel voorkomen, maar pas als het gemiddelde begint om te keren kunnen we spreken van een trendwijziging.
In het eerste deel van de bovenstaande grafiek is de richting van het gemiddelde duidelijk opwaarts gericht. Daarna buigt het gemiddelde om en verandert het ook van rol: steun wordt weerstand.
We kijken dus naar het gedrag van de koers rond het gemiddelde. Zo is er een koopsignaal als de koers boven het glijdend gemiddelde uitstijgt. Voor een valabel koopsignaal verloopt het glijdende gemiddelde idealiter wel horizontaal of zelfs reeds licht stijgend. Op de bovenstaande grafiek zien we de koers eerst door het gemiddelde stoten waarna het gemiddelde zich opwaarts ombuigt.
Omgekeerd: wanneer de koers neerwaarts door het glijdend gemiddelde zakt en dit gemiddelde zich daarna neerwaarts ombuigt, dan kan er gesproken worden van trendwijziging naar een dalende trend.
In het algemeen kan gesteld worden dat iedere doorbraak van een glijdend gemiddelde een waarschuwing is voor een mogelijke trendommekeer. Daarbij moeten dan andere technische middelen geraadpleegd worden (bv. indicatoren of omkeerpatronen), die het signaal kunnen bevestigen als zijnde valabel. De voorzichtige belegger zal steeds wachten met het innemen van een positie, tot het glijdend gemiddelde duidelijk is omgebogen.
Nogmaals: gemiddeldes kunnen alleen gebruikt worden als de markten in een trend zitten. In zijwaartse fases worden er teveel foutieve signalen gegeven. De koers staat dan beurtelings boven en onder het gemiddelde!
Eens de trend gevestigd is, fungeert het glijdend gemiddelde als steunlijn in een uptrend en als weerstandslijn in een downtrend. Op onderstaande grafiek zie je dat het glijdend gemiddelde dienst deed als steunpunt gedurende de uptrend. Telkens de koers hierop steunde, ontstond er een goed instapmoment.
Wanneer de koers te ver van het glijdend gemiddelde is verwijderd, dan kan een reactie verwacht worden die de koers terug in de buurt van het gemiddelde zal brengen. We zeggen vaak: "Het glijdend gemiddelde roept de koers terug". In een downtrend zal de koers dus tot aan het gemiddelde getrokken worden, om vanaf daar opnieuw weerstand te ondervinden. Louter posities innemen op basis van het feit dat de koers ver van het gemiddelde verwijderd is, is ten stelligste af te raden. Er moet steeds bevestiging gezocht worden in het brede analysegamma dat de technische analyse te bieden heeft.
De analyse met meerdere gemiddelden verloopt analoog aan de analyse met slechts één gemiddelde. Wanneer de glijdende gemiddelden opwaarts gericht zijn én de koers bevindt zich boven deze gemiddelden, dan geldt dit als een positief signaal. Er mag dan ook van uitgegaan worden dat trend zich zal verderzetten.
Bij gebruik van meerdere gemiddelden ziet de belegger ook extra bevestigingen.
Koopsignalen doen zich voor wanneer het korte glijdend gemiddelde opwaarts door het lange glijdend gemiddelde stijgt. In dit geval spreekt men van een golden cross. Bij de omgekeerde situatie, wanneer het korte gemiddelde neerwaarts door het lange gemiddelde zakt, spreekt men van een dead cross. Deze situatie levert een verkoopsignaal op.
Op bovenstaande grafiek valt duidelijk af te lezen dat het koopsignaal van het golden cross een bevestiging vormde van het eerdere signaal dat tot stand kwam bij de doorbraak van het 20 daags glijdend gemiddelde.
Een populaire techniek bij de analyse met meerdere gemiddelden, vormt de analyse van het 4-9-18 daags gemiddelde. Het eerste signaal dat deze gemiddelden geven, wordt aanzien als een waarschuwing. Daarna volgt de bevestiging en pas bij de derde cross-over wordt er gehandeld.
Sommige beleggers halen zelfs de koersinformatie uit de grafiek en bekijken alleen de gemiddeldes. In de volgende grafiek zien we de Duitse DAX (weekgrafiek), waar we alleen een 21 en 34 EMA tonen.
Door alleen te kijken naar de crossovers van deze glijdende gemiddelden is het mogelijk om als belegger aan de juiste kant van de markt te blijven en te bepalen wanneer de markten in koopmodus dan wel verkoopmodus zitten.
Om te traden volstaat voor mij eigenlijk een grafiek met 2 gemiddelden zoals de 21 + 34 EMA en daaronder de RSI.
De RSI werd ontwikkeld door Welles Wilder en werd in 1978 voorgesteld in zijn boek "New concepts in technical trading systems". De standaard periode voor de berekening van de RSI is 14 dagen. We gaan de berekeningsmethodes niet bespreken, de nadruk in dit boek ligt immers op het praktische nut van de technische instrumenten.
De RSI is meer dan een gewone oscillator, het is een zeer veelzijdige indicator. We bekijken de manieren waarop u deze kan gebruiken.
Heel veel oscillatoren kennen overbought en oversold niveaus (Stochastics, Williams %R, CCI,...). Een indicator die overbought staat geeft aan dat de markt sterk is gestegen en dat een terugval mag verwacht worden. Een indicator die oversold staat geeft aan dat de markt fel is gedaald en dat een herstelbeweging mag verwacht worden.
De RSI is oversold onder de 30 en overbought boven de 70.
In de grafiek van Amazon zien we de RSI in april boven de 70 gaan. De RSI bevindt zich dus in de overbought zone. We zien al meteen dat de RSI lang overbought kan zijn: de RSI wordt overbought bij een Amazon koers van 1860 dollar, maar daarna stijgt het aandeel nog naar 1960 dollar. Belangrijk is dus dat de RSI in sterk stijgende of dalende trends zeer lang overbought dan wel oversold kan zijn. In dit geval wordt de koers vrij snel teruggefloten en daalt het aandeel tot onder de 1700 dollar.
In juni zien we de RSI even oversold worden, waarna het aandeel weer sterk herstelt tot boven de $2000. Ook hier zorgt een nieuwe overbought fase ervoor dat het aandeel aan een terugval begint.
Alleen handelen op basis van overbought / oversold houdt gevaar in. Het advies is daarom: wacht tot de RSI de overbought of oversold zone verlaten heeft. Dan heb je wel een goede indicatie dat de correctie of de herstelfase kan beginnen.
De overbought / oversold signalen werken het best in een zijwaartse markt. In de onderstaande grafiek van Canopy zien we het aandeel in een sterk stijgende trend. De RSI gaat regelmatig diep in de overbought zone en dit wordt niet gevolgd door stevige correcties.
De RSI loopt vaak voor op wat de koers gaat doen. Positieve en negatieve divergenties zijn waarschuwingssignalen van de indicator.
De onderstaande grafiek van de Euro / Dollar toont een positieve divergentie met de groene lijnen. Hier zien we de koersgrafiek nog lagere of gelijkliggende bodems maken, terwijl de RSI al hogere bodems aan het vormen is. De RSI bevestigt de beweging van het onderliggende actief dus niet. Dit is een waarschuwingssignaal voor een mogelijke trendommekeer en we zien het muntenpaar daarna ook sterk herstellen.
Het omgekeerde van een positieve divergentie is een negatieve divergentie. De koers zelf maakt nog hogere of gelijkliggende toppen, maar de RSI maakt al lagere toppen. De indicator waarschuwt zo voor een mogelijke trendommekeer. Wanneer we een negatieve divergentie op de grafiek zien verschijnen, dan zouden we dus waakzaam moeten worden.
Let wel op: divergenties werken natuurlijk niet altijd. Zo gemakkelijk is het leven nu ook weer niet!
De RSI geeft ook indicaties of een bepaalde trend zich zal verderzetten. Voor veel mensen is de reversal benadering heel erg verwarrend met de divergentie benadering. Het principe achter een divergentie is simpel: dit wijst op een trendwijziging en de RSI loopt vooruit op wat de koers doet.
Bij een reversal gaan we omgekeerd te werk. Hogere toppen in de RSI en lagere toppen in de koers wijzen er op dat de dalende trend zich kan verderzetten. Het voorbeeld van Google is een mooie illustratie.
We zouden kunnen zeggen dat de RSI te enthousiast aan het herstellen is. We zitten in een duidelijk dalende trend, waarbij de koers lagere toppen maakt. De RSI toont echter meer kracht en maakt hogere toppen. In dit geval is het gevaarlijk om mee te speculeren in de richting van de indicator.
De reversal techniek is dus nuttig als de markt pauzeert na een sterke stijging of daling. We vragen ons op dat moment immers af of het gaat over een trendwijziging of een consolidatie. Zou de markt aan het uittoppen of aan het uitbodemen zijn? We weten dat beide scenario's mogelijk zijn en gaan ten rade bij de RSI. Staat er een negatieve of positieve reversal? Dan is de kans groot dat de voorgaande trend zich weldra zal verderzetten.
We bekijken nog even de positive reversal, die suggereert dat de stijgende trend zich kan verder zetten. In dit geval zien we de koers hogere bodems maken. De RSI maakt echter lagere bodems en is dus aan het overdrijven met de neerwaartse bewegingen.
Als we zulk een positieve reversal zien, dan is de kans groot dat de stijgende trend zich zal verder zetten.
De range rules worden gebruikt om de trend te bepalen. Tijdens een stijgende trend zal de RSI vooral in het bovenste deel van zijn grafiek blijven en zal de indicator regelmatig de overbought zone opzoeken. Tijdens een dalende trend blijft de RSI voornamelijk in het onderste deel van de grafiek. Ook zal de indicator dan regelmatig oversold zijn.
Deze wetenschap impliceert dat het einde van een downtrend afgelezen kan worden als de RSI voor het eerst weer kracht laat zien.
Zoals meestal in de technische analyse zijn er verschillende benaderingen te gebruiken. Een veelgebruikte manier is de bovengrens trekken op 60 - 65. De ondergrens wordt dan op 38 - 45 gelegd. Een dalende trend zet zich in wanneer de RSI voor het eerst weer verzwakt tot onder deze zone. De markt zit vanaf dan in een dalende trend en blijft hierin vastzitten zolang de RSI onder de 60 - 65 blijft. De horizontale groene lijn geeft op de onderstaande grafiek dus de bovengrens van de berenmarkt weer, die in dit geval op 60 werd getekend.
Een andere methode legt gewoon de grens op de 50 lijn. Staan we hierboven, dan zitten we in een stierenmarkt. Zitten we er onder, dan zitten we in een berenmarkt.
Een variant van deze laatste manier is de grenzen trekken op 45 en 55. In de onderstaande grafiek van de olie is dit gevisualiseerd. In oktober ging de RSI onder de 45 tegen een olieprijs die rond de 80 dollar lag. De RSI bleef vervolgens een lange periode in de onderkant van zijn grafiek. Pas begin januari steeg de RSI weer boven de 55 tegen een oliekoers van ongeveer 60 dollar. Vanaf dan zit de olie weer in een stijgende trend die in mei weer afgerond wordt.
Bijgevolg mogen we stellen dat het niet loont om al long posities op te pakken als de RSI nog geen kracht heeft laten zien. Je mist daardoor het absolute dieptepunt, maar stapt wel in als de trend al stijgend is.
Omgekeerd is het ook gevaarlijk om al short te gaan als de RSI nog geen verzwakking heeft laten zien. Je zal opnieuw niet shorten op de absolute top, maar gewoon instappen wanneer de dalende trend aan kracht wint.
Het onderstaande voorbeeld maakt duidelijk dat een candlestick grafiek met de RSI voldoende informatie levert om te traden.
In december zagen we een koopsignaal volgens de toegepaste range rules toen de RSI weer boven de 55 ging. Kort daarna kwam er een golden cross op de grafiek, waarbij de 21 EMA opwaarts de 34 EMA kruist.
In februari zagen we de RSI een een negatieve divergentie maken. Dat was een waarschuwing voor een trendwijziging, die er effectief kwam. We zien op 28 februari een verkoopsignaal vanuit de range rules en even later ook een dead cross van de glijdende gemiddeldes. Denk terug aan wat we bij het begin gezien hebben rond trendmatigheid: het proces van hogere bodems werd hier doorbroken en dat is negatief. Vanaf dan is de blik helemaal gericht op short posities: bij herstelfases short gaan.
In mei zien we de RSI dan weer een positieve divergentie maken, waarna de koers sluit boven de 21 en 34 EMA. Er komt een koopsignaal vanuit de range rules en even later is de golden cross van de glijdende gemiddeldes daar weer.
De MACD is ook een goede indicator om een objectief beeld over de trend te krijgen. De blauwe lijn is de MACD lijn en de rode lijn is de signaallijn. De MACD lijn wordt berekend door het verschil te nemen tussen de 26 en de 12 EMA van de koersgrafiek. De MACD is dus een indicator die wordt afgeleid van glijdende gemiddeldes. De rode signaallijn is de 9 EMA van de MACD lijn.
Als de MACD onder de signaallijn daalt, dan levert dat een verkoopsignaal op. Stijgt de MACD boven de signaallijn, dan interpreteren we dat als een koopsignaal.
Op de bovenstaande grafiek zien we een koopsignaal op 3 oktober en een verkoopsignaal op 5 november. Louter handelen op basis van deze crossovers valt echter niet aan te raden. Voor oktober zie je ook een aantal signalen die niet altijd gevolgd werden door mooie koersbewegingen.
De MACD beweegt boven of onder 0: centraal in de MACD grafiek loopt de nullijn of de centerline. Wanneer de MACD boven de nullijn beweegt, dan zit de markt in een uptrend. Blijft de MACD onder de nullijn, dan zijn de beren aan de macht.
Net zoals bij de RSI zien we bij de MACD positieve en negatieve divergenties verschijnen.
Hieronder een voorbeeld van NVIDIA. De koers maakte nog hogere toppen, terwijl de MACD reeds lagere toppen maakte. Dat is een waarschuwingssignaal voor een trendommekeer.
Achter de blauwe en rode lijn van de MACD zie je nog rode en groene balkjes staan: dat is het MACD histogram. Bij een bullish crossover van de MACD en de signaallijn zal het histogram positief worden. Bij een bearish crossover wordt het histogram negatief. De richting van het histogram geeft dan ook al indicaties over mogelijke crossovers.
Er bestaan nog vele andere indicatoren. Wil je nog meer indicatoren leren kennen? Je kan daarvoor terecht bij de Praktijkgids indicatoren of het Engelstalige standaardwerk Technical Analysis of the Financial Markets.
Na dit deel over technische analyse rest ons alleen nog een besluit.
Inhoudstafel Leren Traden 14. Candlestick patronen Besluit
CFDs zijn complexe instrumenten en hiermee riskeer je snel geld te verliezen door het hefboomeffect. Zo'n 74 tot 89% van de retail beleggers verliezen geld door te handelen in CFDs. Je moet overwegen of je zelf dit hoge risico op het verlies van jouw kapitaal wil lopen.
Gratis: het meer dan 150 pagina's tellende e-book "Bitcoin & crypto uitgelegd".